Nieuwsoverzicht
27-02-2025
Alleen zakelijke ritten administreren blijkt niet voldoende
Een ondernemer levert belegde broodjes aan tankstations en bedrijven. Hij maakt daarbij gebruik van een bestelauto. In de aangifte inkomstenbelasting geeft hij de bijtelling wegens privégebruik aan, maar tekent hiertegen later bezwaar aan. De ondernemer stelt dat er geen sprake is van privégebruik van de bestelauto. Hij kan dit onderbouwen met een administratie van al zijn zakelijke bezoekadressen, die gestaafd kunnen worden door de facturen aan zijn afnemers. De inspecteur stelt dat met het alleen aantonen van de zakelijk gereden kilometers niet is uitgesloten dat de ondernemer ook voor privédoeleinden gebruik heeft gemaakt van de bestelauto. De rechtbank is met de inspecteur van oordeel dat de ondernemer geen informatie heeft over het totaal aantal met de auto gereden kilometers. Daarmee blijft de mogelijkheid open dat het totaal aantal gereden kilometers hoger ligt dan het aantal gereden zakelijke kilometers. Het bewijsaanbod met betrekking tot de gereden ... lees meer27-02-2025
Zonder aanmelding geen KOR
Een kleine ondernemer doet geen aangifte btw. De inspecteur legt daarom een naheffingsaanslag omzetbelasting op. Gelijktijdig met de naheffingsaanslag legt de inspecteur een boete op wegens het niet betalen en een boete wegens het niet doen van aangifte. De ondernemer tekent hiertegen bezwaar aan, waarna de inspecteur de aanslag vermindert tot nihil en de boete wegens het niet betalen van omzetbelasting vernietigt. De inspecteur handhaaft de boete wegens het niet doen van aangifte. De kleine ondernemer stelt beroep in tegen de boete wegens het niet doen van aangifte. Zij voert aan dat zij in het betreffende tijdvak meedeed aan de kleineondernemersregeling (KOR) en dat zij daardoor niet verplicht was om aangifte omzetbelasting te doen. Zij vindt dat de boete daarom onterecht aan haar is opgelegd. De rechtbank is van oordeel dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat de ondernemer aangifte omzetbelasting had moeten doen en dat zij dat niet gedaan heeft. De KOR wordt uitsluitend ... lees meer27-02-2025
Celstraf zorgt niet voor fiscaal huisarrest
Een belastingplichtige die in 2007 naar Spanje is geëmigreerd, kwam in conflict met de Nederlandse Belastingdienst over zijn fiscale woonplaats. Na een veroordeling moest hij in 2015-2016 een gevangenisstraf van tien maanden uitzitten in Nederland. Hoewel hij zich hiervoor tijdelijk inschreef in Nederland, stelt hij dat dit geen fiscaal inwonerschap betekende. De Belastingdienst zag dit anders vanwege zijn persoonlijke en zakelijke banden met Nederland. De rechtbank moest beoordelen of de belastingplichtige in de jaren 2015-2017 als Nederlands belastingplichtige kon worden aangemerkt. Standpunt van de belastingplichtige De belastingplichtige stelde dat hij geen duurzame band van persoonlijke aard had met Nederland. Hij woonde achtereenvolgens in Spanje en Portugal, waar hij over een woning beschikte. De inschrijving in Nederland was alleen bedoeld voor zijn tijdelijke detentie en het verkrijgen van weekendverlof. Direct na zijn detentie is hij teruggekeerd naar het buitenland. ... lees meer27-02-2025
Belastingdienst stelt digitaal bezwaar verder uit
De Belastingdienst werkt samen met koepelorganisaties en softwareontwikkelaars aan de invoering van digitaal bezwaar voor de inkomstenbelasting, btw (omzetbelasting) en vennootschapsbelasting. De verwachting was dat deze functionaliteit, na eerder uitstel, halverwege het eerste kwartaal van 2025 beschikbaar zou zijn. Door onvoorziene omstandigheden is dit niet haalbaar gebleken. De Belastingdienst streeft ernaar digitaal bezwaar eind eerste kwartaal 2025 alsnog mogelijk te maken. ... lees meer20-02-2025
Advies Raad van State over wetsvoorstel tegenbewijsregeling box 3
De Raad van State heeft zijn advies over het wetsvoorstel Wet tegenbewijsregeling box 3 gepubliceerd. Het wetsvoorstel is bedoeld om het door de Hoge Raad in zijn arrest van 6 juni 2024 verplichte aanvullende rechtsherstel te bieden over de jaren vanaf 2017. De Hoge Raad heeft enkele vuistregels gegeven over de wijze waarop het werkelijke rendement moet worden bepaald. Deze vuistregels zijn verwerkt in dit wetsvoorstel. De tegenbewijsregeling geldt tot de invoering van een nieuw box 3-systeem. De Raad van State adviseert de wetgever om de beperkte ruimte, die de Hoge Raad heeft gelaten voor aanvullende regelingen, te benutten om de uitvoering te ontzien en procesrisico’s te beperken. Die ruimte is er bij de waardering van het eigen gebruik van onroerende zaken in box 3. De Raad van State adviseert om dit zo eenvoudig mogelijk te maken, bijvoorbeeld in de vorm van een laag regulier voordeel of om te volstaan met de jaarlijkse (ongerealiseerde) waardemutaties. De Raad van State stelt ... lees meer20-02-2025
Bezwaarschriften belastingrente Vpb aangewezen als massaal bezwaar
De staatssecretaris van Financiën merkt de bezwaarschriften tegen de belastingrente voor de vennootschapsbelasting en de bronbelasting, de solidariteitsbijdrage, de minimumbelasting en het winstaandeel, die vanaf respectievelijk 1 oktober 2020, 1 januari 2022, 1 januari 2024 en 1 januari 2025 in rekening is gebracht, aan als massaal bezwaar. Dit betekent dat deze bezwaarschriften collectief worden behandeld om een efficiënte en eenduidige afhandeling te waarborgen. De aanleiding voor dit besluit is de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 7 november 2024, waarin werd geoordeeld dat het hogere belastingrentepercentage van 8% voor de vennootschapsbelasting onverbindend is. De Belastingdienst heeft naar aanleiding van deze uitspraak een groot aantal bezwaarschriften ontvangen. De massaalbezwaarprocedure houdt in dat de wettelijke termijn voor het beslissen op de bezwaarschriften wordt opgeschort. Om een antwoord te krijgen op die rechtsvragen zal de Belastingdienst ... lees meer20-02-2025
Verder uitstel bedrag ineens
Bij de Eerste Kamer is het wetsvoorstel Wet herziening bedrag ineens in behandeling. De minister van SZW heeft de nota naar aanleiding van het verslag naar de Kamer gestuurd. In de nota gaat de minister in op vragen en opmerkingen van de verschillende fracties in de Eerste Kamer. Op grond van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen hebben deelnemers in een pensioenregeling de keuze om hetzij op de pensioeningangsdatum hetzij in februari van het jaar na het jaar waarin zij de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, een deel van het pensioenkapitaal ineens te laten uitkeren. Het wetsvoorstel beperkt de doelgroep, die de betaling van het bedrag ineens kan uitstellen tot deelnemers, van wie de pensioeningangsdatum ligt in de maand waarin zij de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken of op de eerste dag van de daaropvolgende maand. Deze beperking vermindert de complexiteit en de uitvoeringskosten. Verder wordt op grond van dit wetsvoorstel bij een keuze voor uitgestelde betaling van het ... lees meer20-02-2025
Te laat reageren van de gemeente heeft dwangsom tot gevolg
De rechtbank heeft een duidelijk signaal afgegeven over het belang van tijdige besluitvorming door gemeentelijke instanties. In de kern draaide deze zaak om een huiseigenaar die bezwaar maakte tegen een WOZ-beschikking en OZB-aanslag, waarop de gemeente structureel verzuimde te reageren. De rechtbank oordeelde dat het beroep wegens niet-tijdig beslissen kennelijk gegrond was en legde meerdere dwangsommen op. Chronologisch verloop De tijdlijn toont een opvallende nalatigheid: het bezwaar werd ingediend op 27 februari 2023, de wettelijke beslistermijn verstreek op 31 december 2023, waarna de belanghebbende op 22 januari 2024 een ingebrekestelling stuurde. Na het uitblijven van een reactie ook hierop, stelde de belanghebbende op 25 juni 2024 beroep in bij de rechtbank. Oordeel van de rechtbank De rechtbank heeft drie krachtige sancties opgelegd aan de gemeente. Ten eerste werd een reeds verbeurde dwangsom van € 1.442 vastgesteld voor het niet tijdig beslissen. Ten tweede kreeg de ... lees meer20-02-2025
Van hooischuur naar hoofdpijndossier
Een dga heeft een voormalige hooischuur bij zijn woning verbouwd tot kantoorruimte. Deze ruimte stelt hij vervolgens ter beschikking aan zijn eigen bv. De dga doet geen aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) 2017. De inspecteur stelt de aanslag ambtshalve vast. Dit leidt tot discussie over het resultaat uit overige werkzaamheden. De dga stelt dat het resultaat uit overige werkzaamheden berust op een onjuiste schatting van de inspecteur. Hij betwist daarnaast de toepassing van omkering en verzwaring van de bewijslast, de aanwezigheid van een nieuw feit, interne compensatie en de foutenleer. De inspecteur verdedigt de aanslag met een beroep op deze leerstukken. Het hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat de aanslag correct is vastgesteld. Standpunt van de dga De dga voert aan dat het resultaat uit overige werkzaamheden te hoog is vastgesteld. Daarnaast stelt hij dat de inspecteur geen recht heeft op omkering en verzwaring van de bewijslast. Hij betoogt dat hij ... lees meer20-02-2025
Excessieve rente op aandeelhoudersleningen doorbreekt fbi-status
Een bv betwist haar uitsluiting van het fbi-regime en stelt dat de rente op aandeelhoudersleningen zakelijk is. De inspecteur bestrijdt dit standpunt. Daarnaast meent de inspecteur dat de rente van 10% op de aandeelhoudersleningen onzakelijk hoog is. De centrale vragen die de rechter moet beantwoorden, zijn: voldoet de bv aan de fbi-vereisten? Zo niet, is de rente op de aandeelhoudersleningen dan fiscaal aftrekbaar? Oordeel van de rechtbank De rechtbank geeft de bv op alle punten gelijk en oordeelt dat zij voldoet aan de fbi-vereisten. Een onzakelijk hoge rente betekent niet per definitie dat geen sprake is van normaal vermogensbeheer. Daarnaast verwijt de rechtbank de inspecteur dat hij de wettelijke financieringstoets verkeerd heeft toegepast. Kortlopende schulden die niet zijn aangegaan voor de financiering van vastgoed moeten buiten beschouwing blijven. Omdat de rechtbank oordeelt dat het fbi-regime van toepassing is, komt zij niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de ... lees meer13-02-2025
Mag de Belastingdienst aanmaningskosten in rekening brengen aan een buitenlands belastingplichtige?
Een Nederlands echtpaar, dat buiten Nederland woont en Nederlands belastingplichtig is, ontving in 2020 navorderingsaanslagen. Deze navorderingsaanslagen betroffen de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2008-2012. Het echtpaar maakte bezwaar tegen deze aanslagen en verzocht om uitstel van betaling. De ontvanger deelde aan het echtpaar mee, dat het stellen van zekerheid een voorwaarde is voor het verlenen van uitstel van betaling. Het echtpaar heeft geen zekerheid gesteld. De ontvanger wees daarom het verzoek tot uitstel af. Vervolgens stuurde de ontvanger aanmaningen, waarbij hij kosten in rekening bracht. Het echtpaar maakte ook tegen deze aanmaningskosten bezwaar, maar de ontvanger wees dit af. De kernvraag luidt: mag de Belastingdienst aanmaningskosten in rekening brengen aan belastingplichtigen die in het buitenland wonen? Standpunt van de belastingplichtigen De belastingplichtigen stellen dat de Nederlandse wetgeving niet geldt voor personen buiten ... lees meer13-02-2025
Btw-vrijstelling voor thuistest
Een bv biedt testkits aan, waarmee afnemers zich kunnen laten testen op soa's. De bv werkt samen met een medisch diagnostisch centrum voor de laboratoriumanalyses van de afgenomen tests. De afnemers sturen de tests rechtstreeks naar het laboratorium voor analyse. Bij een positieve uitslag kan de consument kosteloos een (video)consult krijgen bij een samenwerkende huisarts en worden eventuele medicijnen thuisbezorgd via een samenwerkende apotheek. De vraag is of de prestaties van de bv belast zijn met btw. Standpunt van de belastingplichtige De bv betoogt dat haar dienstverlening als één geheel moet worden gezien: het testen op aanwezigheid van soa's. Volgens het bedrijf valt deze dienst onder de medische vrijstelling van de Wet Omzetbelasting 1968. Deze vrijstelling geldt voor diensten op het vlak van geneeskundige verzorging van de mens door beoefenaren van medische beroepen. Het feit dat de bv zelf geen BIG-geregistreerde artsen in dienst heeft, maar samenwerkt met ... lees meer13-02-2025
Geen zelfstandigenaftrek voor ondernemer, die ook werkt voor de bv van de partner
Een ondernemer heeft recht op de zelfstandigenaftrek als hij voldoet aan het urencriterium. Dat houdt in, dat de ondernemer in een kalenderjaar ten minste 1.225 uren aan zijn onderneming besteedt. De Belastingdienst heeft de zelfstandigenaftrek geweigerd aan een ondernemer, die ook werkzaamheden verrichtte voor de bv waarin zijn partner aandelen een aanmerkelijk belang had. De uren die de ondernemer besteedde aan de werkzaamheden voor de bv heeft de Belastingdienst niet meegeteld voor het urencriterium. De vraag is of de Belastingdienst deze uren terecht buiten beschouwing heeft gelaten. Standpunt van de ondernemer De ondernemer stelt dat hij wel aan het urencriterium voldoet als alle gewerkte uren worden meegeteld, inclusief de uren die hij voor de bv heeft gewerkt. Standpunt van de inspecteur De inspecteur stelt dat uren, die de ondernemer heeft gewerkt voor de bv waarin zijn partner een aanmerkelijk belang heeft, niet meetellen voor de zelfstandigenaftrek. Deze uren zijn gewerkt ... lees meer13-02-2025
Geen onbeperkte verliesverrekening voor verlengd boekjaar 2012/2013
Per 1 januari 2022 zijn de temporiseringsmaatregel en de onbeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn ingevoerd. Naar aanleiding hiervan is de vraag opgekomen of voor een verlies uit het boekjaar dat aanvangt in 2012 en eindigt op 31 december 2013 een onbeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn geldt. De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb van de Belastingdienst concludeert dat de onbeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn alleen geldt voor verliezen uit boekjaren die zijn aangevangen op of na 1 januari 2013 en die ultimo 2021 nog voorwaarts verrekenbaar zijn. Aangezien het betreffende boekjaar in 2012 begint, valt het niet onder deze regeling. Daarmee is ook de temporiseringsmaatregel niet van toepassing. Dit betekent dat het verlies uit het boekjaar 2012/2013 niet onder de nieuwe regels valt en dus niet onbeperkt voorwaarts verrekend kan worden. De wetgever heeft duidelijk gemaakt dat de samenhang tussen de onbeperkte verliesverrekeningstermijn en de ... lees meer13-02-2025