Nieuwsoverzicht
24-04-2025
Verzoek om uitstel is geen bezwaar
Een schoenenwinkel krijgt te maken met een reeks gemeentelijke belastingaanslagen. De ondernemer vraagt hiervoor eerst uitstel van betaling aan en dient vervolgens een bezwaarschrift in. Hoewel de verzoeken om uitstel tijdig waren ingediend, biedt dat geen redding voor het feit dat de ondernemer heeft verzuimd om binnen de wettelijke termijn van zes weken bezwaar te maken tegen de belastingaanslagen. Hierdoor worden de bezwaren terecht als niet-ontvankelijk beschouwd. De feiten zijn duidelijk. Tot 9 oktober 2021 heeft de ondernemer een schoenenwinkel gehad. De gemeente legt aan de schoenenwinkel voor de jaren 2020 en 2021 diverse belastingaanslagen op: reinigingsrecht, onroerendezaakbelasting, rioolheffing en reclamebelasting. De eerste aanslag dateert van 31 januari 2020, de laatste van 31 januari 2021. Op 29 januari 2021 vraagt de winkelier een betalingsregeling voor aanslagen van eind 2020. Op 9 februari 2021 vraagt hij een regeling voor aanslagen van begin 2021. Op 8 juni 2021 ... lees meer24-04-2025
Geen vergrijpboete door ondeskundigheid
Bij de overgang van een eenmanszaak naar een bv is het belangrijk een duidelijke scheiding in de boekhouding en facturatie aan te brengen. Dit voorkomt verwarring over wie de belastingplichtige ondernemer is. Onlangs moest de rechter oordelen in een geschil tussen een bv en de Belastingdienst. De bv stelde dat alle facturen op naam van de eenmanszaak stonden, gezien het daarop vermelde KvK-nummer en bankrekeningnummer van de eenmanszaak. De inspecteur is echter van mening dat de bv vanaf haar oprichting verantwoordelijk is voor de omzet die voortvloeit uit de voortgezette activiteiten van de eenmanszaak. Hij legt een naheffingsaanslag op met een vergrijpboete. Naheffing terecht De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. Uit de overgelegde stukken blijkt dat alle facturen in 2017 op naam staan van de bv, maar met het KvK-nummer van de eenmanszaak. Dit betekent volgens de rechtbank echter niet dat alle prestaties door de eenmanszaak zijn verricht. Aangezien de ... lees meer24-04-2025
Vergoedingen onbelast, maar fiscaal gezien loon
Sinds de invoering van de werkkostenregeling (WKR) in 2011 is het loonbegrip in de loonbelasting verruimd. Werkgevers kunnen sindsdien vergoedingen en verstrekkingen aanwijzen als eindheffingsbestanddeel. Daardoor blijven ze onder voorwaarden onbelast, bijvoorbeeld via gerichte vrijstellingen of de vrije ruimte. Fiscaal gezien blijven dit soort posten wél gewoon loon. De aanwijzing als eindheffingsbestanddeel verandert daar niets aan. De Hoge Raad heeft onlangs bevestigd dat de kwalificatie als loon ook doorwerkt in andere regelingen waarin het loonbegrip centraal staat. In die casus ging het om de pseudo-eindheffing bij excessieve vertrekvergoedingen. In 2018 beëindigt een onderneming de dienstbetrekking met een werknemer die in aanmerking komt voor de 30%-regeling. De werknemer ontvangt in 2018 en 2019 vertrekvergoedingen zoals gedefinieerd in de Wet op de Loonbelasting. Om de hoogte van vertrekvergoedingen te bepalen, wordt gebruikgemaakt van het zogenoemde toetsloon. Het ... lees meer24-04-2025
Kosten eHerkenning proportioneel en gerechtvaardigd
Een ondernemer met een bv weigert kosten te maken voor eHerkenning. Hierdoor kan hij geen btw-aangifte doen. De Belastingdienst legt daarom naheffingsaanslagen met boetes op. De ondernemer is het hier niet mee eens en gaat in beroep. Volgens hem is er sprake van rechtsongelijkheid. Natuurlijke personen kunnen voor het doen van btw-aangifte immers gratis gebruikmaken van hun DigiD. Van rechtspersonen wordt geëist dit te doen met gebruikmaking van eHerkenning, waarvoor kosten moeten worden gemaakt. De rechtbank verwijst naar een uitspraak van de Hoge Raad van 2 december 2022, waarin staat dat het gebruik van eHerkenning wettelijk is en dat de kosten ervan niet onevenredig zijn. Gebruik eHerkenning De reden voor de eis van eHerkenning is dat het een hoog beveiligingsniveau heeft. Hiermee kan worden gecontroleerd of iemand echt bevoegd is om namens een bedrijf te handelen. Dit probleem is er niet bij een persoon die zijn DigiD gebruikt, omdat die persoon zelf de onderneming is en dus ... lees meer24-04-2025
Belastingdienst gaat controleren op te vroege btw-aangiften
De Belastingdienst krijgt soms btw-aangiften te vroeg binnen en kan deze aangiften niet automatisch verwerken. De Belastingdienst past daarom de procedure aan voor de indiening van btw-aangiften. Vanaf 27 mei 2025 zal de Belastingdienst btw-aangiften automatisch controleren op het juiste tijdvak. Btw-aangiften die via het system-to-system portaal worden ingediend, worden vanaf de 24e van de maand waarin het tijdvak eindigt geaccepteerd. De aangifte voor het tweede kwartaal wordt geaccepteerd vanaf 24 juni. Aangiften die vóór de 24e van de maand worden ingediend, worden afgewezen. De Belastingdienst stuurt dan een foutbericht naar de indiener, zonder ontvangstbevestiging. De aangifte wordt formeel niet in ontvangst genomen en moet opnieuw worden ingediend vanaf de 24e van de maand. Aangiften die vanaf de 24e van de maand worden ingediend, worden via het reguliere proces afgehandeld en ontvangen een ontvangstbevestiging. De Belastingdienst benadrukt het belang van ... lees meer17-04-2025
Geen ambtshalve vermindering bij nieuwe jurisprudentie
Een Litouwse zeevarende vraagt de Belastingdienst om ambtshalve vermindering van zijn aanslag inkomstenbelasting 2015, maar krijgt nul op rekest bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zeevarende werkt in 2015 voor een in Nederland gevestigde werkgever op een schip onder de vlag van de Bahama's. Hij verricht zijn werkzaamheden buiten het grondgebied van de EU. De zeevarende woont in Litouwen, maar betaalt in Nederland premies volksverzekeringen over zijn inkomen van € 23.378. Jaren later blijkt deze heffing onjuist te zijn. De centrale vraag luidt: kan de Belastingdienst worden gedwongen om een belastingaanslag ambtshalve te verminderen als de onjuistheid pas door latere jurisprudentie aan het licht komt? Feiten In 2015 dient de zeevarende zijn belastingaangifte in en geeft daarbij aan het hele jaar in Nederland premieplichtig te zijn. Vervolgens legt de Belastingdienst op 25 april 2017 conform deze aangifte een aanslag op. De belastingplichtige maakt hiertegen geen bezwaar ... lees meer17-04-2025
Nieuwe splitsingsvrijstelling in de overdrachtsbelasting vanaf juli 2025
Vanaf 1 juli 2025 gelden er nieuwe regels voor de splitsingsvrijstelling in de overdrachtsbelasting. Deze vrijstelling kan helpen om bij een juridische splitsing geen overdrachtsbelasting te betalen over bedrijfspanden of ander onroerend goed. De overheid scherpt de eisen echter aan, waardoor het minder eenvoudig wordt om van deze regeling gebruik te maken. Hieronder volgt een overzicht van de veranderingen en hun impact op ondernemers. Wat verandert er? Tot nu toe voldeed men meestal aan de splitsingsvrijstelling door te voldoen aan de voorwaarden van de vennootschapsbelasting. Vanaf 1 juli 2025 controleert de Belastingdienst apart of er sprake is van een actieve onderneming in het afgesplitste deel. Dit betekent dat het niet langer mogelijk is om alleen een vastgoedportefeuille af te splitsen zonder overdrachtsbelasting te betalen. De wetgever wil voorkomen dat bedrijfspanden of grond worden doorgeschoven zonder een echte bedrijfsactiviteit. Driejaarstermijn en ... lees meer17-04-2025
Strikte termijnen bij bezwaar: een waarschuwing voor belastingplichtigen
Een recente uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant onderstreept hoe strikt de Nederlandse belastingrechter omgaat met termijnoverschrijdingen. De zaak begint in 2012 wanneer een belastingplichtige een naheffingsaanslag omzetbelasting ontvangt. De wet geeft hem zes weken de tijd om bezwaar aan te tekenen, maar hij dient zijn bezwaarschrift vijf dagen te laat in. Ondanks zijn bewering dat hij eerder een bezwaarschrift persoonlijk heeft afgegeven, verklaart de rechtbank zijn bezwaar niet-ontvankelijk. Deze zaak, die zich over een periode van tien jaar uitstrekt, confronteert ons met een essentiële vraag: bestaat er ruimte voor coulance als een belastingplichtige de wettelijke bezwaartermijn overschrijdt? Twijfels over tijdige indiening De belastingplichtige stelt dat hij wel tijdig bezwaar heeft gemaakt. Volgens zijn verklaring dient hij op 15 juni 2012 persoonlijk een bezwaarschrift in bij de balie van de Belastingdienst. Ter onderbouwing toont hij een kopie van het ... lees meer17-04-2025
Vaste vergoeding van laadkosten niet zonder risico
Het opladen van een elektrische auto van de zaak bij de woning van een werknemer brengt fiscale uitdagingen met zich mee. Hoe kan een werkgever de laadkosten vergoeden zonder dat dit als loon wordt aangemerkt? De kennisgroep loonheffing algemeen van de Belastingdienst biedt twee mogelijkheden: een vergoeding van intermediaire kosten of een zakelijke transactie. Beide opties vereisen een zorgvuldige aanpak. Intermediaire kosten: vergoeding op basis van werkelijke uitgaven Een vergoeding voor intermediaire kosten blijft buiten de loonsfeer als deze niet hoger is dan de werkelijke uitgaven van de werknemer. De integrale kostprijs van elektriciteit vormt hierbij de basis. Een prijsplafond voor energie, zoals in 2023, kan de integrale kostprijs verlagen. Om een onbelaste vergoeding te geven, moet de werkgever de werkelijke kosten nauwkeurig berekenen. Volgens de kennisgroep kan worden uitgegaan van de integrale kosten die de werknemer per kWh betaalt: de variabele en vaste kosten gedeeld ... lees meer10-04-2025
Minimumuurloon per 1 juli 2025 naar € 14,40
De bedragen van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag worden halfjaarlijks gewijzigd. Per 1 juli 2025 bedraagt het minimumuurloon voor iemand van 21 jaar of ouder € 14,40. Voor mensen, die jonger zijn dan 21 jaar, gelden van het wettelijk minimumuurloon afgeleide bedragen. Leeftijd Staffeling Per uur 21 jaar en ouder 100,0% € 14,40 20 jaar 80,0% € 11,52 19 jaar 60,0% € 8,64 18 jaar 50,0% € 7,20 17 jaar 39,5% € 5,69 16 jaar 34,5% € 4,97 15 jaar 30,0% € 4,32 Voor werknemers, die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl), gelden in de ... lees meer10-04-2025
Digitaal bezwaar maken nu mogelijk voor fiscaal dienstverleners
Sinds 8 april 2025 is het mogelijk om met administratiesoftware digitaal bezwaar in te dienen namens een klant. Een bezwaar per post aanleveren blijft ook mogelijk. Op dit moment is digitaal bezwaar mogelijk voor inkomstenbelasting, omzetbelasting en vennootschapsbelasting. In de toekomst worden de mogelijkheden verder uitgebreid. Bezwaar indienen tegen meer dan één aanslag of beschikking tegelijk is niet mogelijk. In het bezwaar tegen een aanslag kan ook bezwaar worden gemaakt tegen belastingrente of boetes die op de aanslag staan. Het is mogelijk om bijlagen mee te sturen met het bezwaar, met een maximum van 15 MB. Is het bezwaar digitaal verstuurd? Dan verschijnt na het versturen een digitale ontvangstbevestiging, net als bij het versturen van de aangifte. Bezwaar kan worden ingediend met dezelfde administratiesoftware die wordt gebruikt voor de aangiften. Vraag aan de softwareleverancier of diens software digitaal bezwaar maken ondersteunt. Het bezwaar komt dan ... lees meer10-04-2025
Lagere boete door vrijwillige inkeer en volledige medewerking
Een consultant met de Italiaanse nationaliteit meldt vrijwillig dat hij over 2010-2016 niet zijn volledige box 3-vermogen heeft aangegeven. De inspecteur legt navorderingsaanslagen op met vergrijpboetes van in totaal ruim € 170.000. De rechtsvraag is of deze boetes terecht en proportioneel zijn. Feiten De consultant immigreert in 2006 naar Nederland. In zijn aangiften 2010-2016 vermeldt hij niet zijn volledige buitenlandse vermogen. Hij heeft in acht verschillende landen bankrekeningen en aandelen, waaronder Australië, Jersey en de VS. Daarnaast heeft hij een onroerende zaak in Italië. Na zijn melding van vrijwillige verbetering in augustus 2021 volgt informatie-uitwisseling. De inspecteur legt in mei 2022 navorderingsaanslagen en vergrijpboetes op. Hij meent dat sprake is van grove schuld en stelt de boetes vast op 60% van de verschuldigde belasting. De consultant voert aan dat hij niet tijdig de cautie heeft gekregen. De cautie houdt in dat iemand erop gewezen moet worden dat ... lees meer10-04-2025
Dga niet vergelijkbaar met vestigingsdirecteuren: gebruikelijk loon terecht hoger
Een dga ontvangt jaarlijks € 122.486 salaris. Zijn management-bv factureert echter € 260.520 aan zijn concern. De Belastingdienst corrigeert het loon van de dga naar € 215.239, welk bedrag gelijk is aan het loon van de meest verdienende werknemer. De rechtsvraag luidt: is vergelijking met lager betaalde vestigingsdirecteuren terecht of is de correctie juist? Het hof geeft hierop een duidelijk antwoord, waarbij de bewijslast bij de dga wordt gelegd. Feiten De dga bestuurt een concern met 15 vennootschappen. Hij noemt zichzelf ‘groepsdirecteur’ en ‘eindbaas’. Het concern telt 158 werknemers. De omzet bedraagt € 15,9 miljoen. De dga krijgt slechts € 122.486 salaris, terwijl zijn bv € 260.520 factureert. Daarnaast groeit de rekening-courantschuld jaarlijks. Deze schuld stijgt van € 385.475 in 2013 naar € 600.655 in 2018. Dit vormt een belangrijk element in de zaak. De meest verdienende werknemer krijgt € 215.239. Deze 'directeur' heeft ... lees meer10-04-2025
Fiscale kwalificatie van resultaten daghandelaar
Een daghandelaar (daytrader) werkt samen met een gerenommeerde financiële organisatie en handelt dagelijks in effecten op Europese beurzen. In 2018 behaalt hij een winst van € 137.500 door systematisch aandelen aan te kopen en te verkopen. De Belastingdienst wil deze winst belasten in box 1 als ondernemersinkomen. De handelaar is het hier principieel niet mee eens en vraagt zich af of deze resultaten niet thuishoren in box 3 voor sparen en beleggen. De vraag die de rechter moet beantwoorden is of de handelsresultaten moeten worden gekwalificeerd als winst uit onderneming of als inkomen uit sparen en beleggen. Feiten De handelaar is fulltime actief in de effectenhandel en werkt samen met een broker via een gedetailleerde samenwerkingsovereenkomst. Hij verricht gemiddeld 138 aan- en verkooptransacties per handelsdag, wat wijst op een intensieve handelsstrategie. De inspecteur stelt dat de handelaar over bijzondere deskundigheid beschikt en een voorrangspositie heeft. Hij baseert ... lees meer10-04-2025